woensdag, augustus 23, 2006

Blauwe Binken


Het was te verwachten...Na de misplaatste stoere taal van Leterme konden enkele liberale zwaargewichten niet achterblijven.
Top of the bill was Rik Daems met z'n voorstel de werklozen minstens één dag per week gratis te laten opdraven in wat hij pleonastisch omschreef als gemeenschapwerk. Zijn argumantatie was briljant : "Voor al het geld dat de belastingbetaler in de werklozensteun pompt, krijgt hij nu weinig of niets terug, terwijl in de ouderenzorg, kinderopvang, milieuzorg, onderhoud van gebouwen, noem maar op, zoveel handen te kort zijn."
Dit kadert natuurlijk perfect in het aloude (neo)liberale discours, dat alle werklozen reduceert tot werkonwilligen. "Sociaal profitariaat," omschreef Rik hen ooit, vanop het bordes van zijn statige villa. Alsof werkloosheid op zich al niet erg genoeg is, wil hij hen ook nog eens straffen met een dagje slavenarbeid, want ik weet niet hoe je onbezoldigde, niet vrijwillige arbeid anders moet noemen.
Ook Herman De Croo deed z'n duit in het zakje en pleitte ervoor een deel van het gevangeniswezen te privatiseren :"We zitten met een ernstige crisis, waarom zouden we dan niet in het buitenland gaan kijken hoe ze daar de zaak oplossen in publiek-private samenwerking. Daarin kan je heel ver gaan, ook tot en met de bewaking overlaten aan de privé." Waarop de stoerste van allen, Jean-Marie Dedecker deze verbale spierballenrollerij afronde met :"Mits een goede en strikte wetgeving kan de privé voor moderne gevangenissen zorgen. In Engeland zijn onder de socialist Blair alleen nog maar privégevangenissen gebouwd, waarom hier niet?''
Naast de bedenking dat ook ik, en zelfs alle werklozen, veel belastinggeld pomp in de verloning van onze parlementairen en ik hiervoor ook graag een return had gezien met een beetje meer inhoudelijke diepgang, begint zich steeds duidelijker een toekomstbeeld af te tekenen van een homogeen Vlaanderen, cirkelend rond z'n eigen navel. Bevolkt door hardwerkende Vlamingen die zich bij het vallen van de avond, nadat de ophaalbrug over de slotgracht van de fermette is opgehaald (want je weet maar nooit met die Walen of andere profiteurs), aftrekken op de verzamelde werken van Richard Florida , Thomas Friedman en tutti quanti. Althans, zij die niet naar de heruitzendingen van de Kampioenen kijken...

maandag, augustus 21, 2006

La musica es la fuerza


Naar jaarlijkse traditie werd zaterdag het festival voor oude muziek Laus Polyphoniae feestelijk ingezet met een concert in de Carolus Borromeuskerk. Voor de dertiende keer alweer, want deze smulpartij voor melomanen wordt sinds 1994 georganiseerd. En met uitzondering van vorig jaar was ik er elk jaar bij. De eerste keer (mijn god, de tijd glijdt me werkelijk door de vingers) had ik van een vriendin een ticket gekregen als verjaardagscadeau. Ik had al wel eens van polyfonie gehoord, wist wel wat het was, maar daar bleef het ook bij. Tot die bewuste zaterdagavond (of was het een vrijdag. Van bij de eerste noten was ik verkocht. De meerstemmigheid had me meteen bij de lurven en heeft me sedertdien niet meer losgelaten.
“Maar wat is het dan dat je zo aanspreekt in die muziek ?” vroeg mijn illustere collega in de bibliotheek van Linkebeek me enkele jaren geleden. Als muziekliefhebber kon hij het niet begrijpen. Het was immers onmogelijk de verschillende stemmen tegelijkertijd te analyseren. Mijn voorliefde voor de fuga ging er bij hem niet in. Maar dat is het ‘em nu net. Het gaat niet om de verschillende stemmen, het gaat zelfs niet om de verschillende stemmen samen, maar om het samenspel. Althans dat doet het ‘em bij mij. Misschien dat musicologen het nonsens vinden, maar het is het punt waar de stemmen elkaar raken en samen de hoogte in gaan dat er iets nieuws, een soort meta-stem ontstaat. Een klank die ik, indien ik religieus bevlogen zou zijn, misschien wel de stem van god zou durven noemen.

“Conquista y reconquista” luidt het thema dit jaar. Het festival is opgebouwd rondom het jaar 1492 waarin zowel de stad Granada als laatste Moors bolwerk van Spanje viel én de Nieuwe Wereld door Columbus ontdekt werd. Wie wil kan zich laven aan het beste wat de Spaanse, Portugese, maar ook Mexicaanse en Peruviaanse polyfonie te bieden hebben. Topensembles zoals Hesperion XXI en het Huelgas Ensemble maken de kerken in de Antwerpse binnenstad onveilig.
Maar porbeer vooral de artist in residence het Argentijnse Ensemble Elyma onder leiding van Gabriel Garrido te zien en te horen. Wat ze zaterdag lieten horen in hun openingsconcert 'La Virgen y el Niño' was veelbelovend.
En laat je vooral niets wijsmaken door de strenge muziekpers die het nodig vond het concert af te kraken wegens te slordig. Ja, er zaten onnauwkeurigheden in, maar die wegen in het geheel niet op tegen de Latijnse zwier en het duidelijke plezier dat zangers en muzikanten hadden en ook wisten over te brengen op het publiek. Toch zeker op deze jongen…

zaterdag, augustus 19, 2006

Credo


Bij wijze van groet van een verse vijfendertigjarige, mijn credo:

Ik geloof dat het leven onbegrijpelijk is
Ik geloof dat het te waardevol is om het niet met je volle bewustzijn te leven
Ik geloof dat schoonheid de wereld kan redden
(als de schoonheid de kans krijgt te groeien)
Ik geloof in stilte, niet die van een hermetisch afgesloten ruimte,
maar die van het geluid van ruisende blaren en de ruimte tussen twee muzieknoten
Ik geloof in de kracht van het woord
en de kracht van de leugen
Ik geloof in de almacht van de dood
Ik geloof in de menselijke eenzaamheid in het heelal
Ik geloof niet in de economisch-wiskundige wetten die de wereld zogezegd beheersen
Ik geloof dat een mens meer is dan een willoze slaaf,
maar minder dan een god
Ik geloof in liefde

Vale

vrijdag, augustus 18, 2006

Muscles from Flanders


Yves Leterme, ons aller Vlaams minister-president kon het zich even niet laten. Op vakantie in de Provence liet hij zich gewillig interviewen door de krant Libération. Dit interview, waarin hij ondermeer beweert dat de Franstaligen intellectueel niet in staat zijn Nederlands te leren, heeft in Wallonië kwaad bloed gezet. En terecht. Dit zijn woorden een regeringsleider onwaardig. Nu heeft Leterme zich gehaast om te beweren dat hij het niet zo bedoeld had, en dat zijn woorden verkeerd begrepen werden. Dus niet alleen de Franstaligen in België, ook de Fransen zelf slagen er blijkbaar niet in de draagwijdte van onze nobele Dietse tale te vatten. Maar wat is er nu eigenlijk écht gezegd ? Om dat te weten trokken wij, met ware doodsverachting, de taalgrens, ja zelfs de staatsgrens over om ons in de onherbergzame wildernis die francofonie heet een exemplaar van de Libé aan te schaffen.
Komt-ie :


La notion de «frontière linguistique» est-elle une création belge ?

Tout à fait. Cela étant, lorsque nous avons fixé définitivement cette frontière entre les néerlandophones et les francophones, en 1963, on a consacré une réalité qui remonte à la chute de l'Empire romain, lorsque les Gallo-Romains ont été repoussés par les peuples germaniques. La différence linguistique entre le Nord, qui a adopté la langue des envahisseurs, et le Sud, qui a continué à employer le latin, date de cette époque. La réalité, très simple, est que la Belgique est une construction infiniment plus récente que la frontière linguistique.
C'est une fois l'espace linguistique néerlandophone reconnu qu'on a commencé à lui donner un contenu politique : il n'y a pas d'autre exemple historique où une frontière linguistique précède ainsi une frontière politique.

En règle générale, les systèmes fédéraux tendent à être davantage fédérateurs. En Belgique, c'est le contraire : nous sommes passés d'un Etat unitaire à un Etat fédéral, et chaque entité fédérée conquiert, au fil des ans, toujours plus de pouvoirs. C'est ce que j'appelle le «fédéralisme centrifuge». Il faut aussi bien voir que cette autonomie grandissante de la Flandre est tout à fait conforme à la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, qui estime qu'un peuple a droit à un territoire incontesté, ce qui est valable pour les Flamands et les Wallons. Dans la réalité belge, cela suppose des frontières, des démarcations.

N'aurait-il pas fallu rectifier cette frontière pour tenir compte de l'évolution de la réalité linguistique et politique ? Par exemple, Rhode-Saint-Genèse, au sud de Bruxelles, est très majoritairement francophone bien qu'en territoire flamand.

Il n'est pas question de toucher à cette frontière ! Si on le fait, je remettrais aussitôt en cause la parité entre francophones et néerlandophones au sein du gouvernement fédéral, où les francophones sont surreprésentés par rapport à leur poids réel dans la population belge. Il est cependant exact qu'il y a des communes en territoire flamand qui sont à 70 ou 80 % francophones. Mais l'usage du français y est toléré : c'est ce qu'on appelle les communes à facilités. Cela étant, au départ, l'idée était que beaucoup de francophones allaient s'adapter à la nouvelle réalité linguistique. Mais apparemment les francophones ne sont pas en état intellectuel d'apprendre le néerlandais, d'où la prolongation de ce statut d'exception.

Pourquoi avoir constitué deux espaces monolingues et non un espace bilingue ?

La Flandre, pas plus que la Wallonie, n'a jamais été un espace bilingue, sauf pour la bourgeoisie. Pis : l'Etat belge a longtemps opprimé les néerlandophones en refusant de reconnaître leur langue, considérée comme un simple patois. Aujourd'hui, il est trop tard pour changer cette réalité. Regardez les difficultés des leaders francophones, et même du Roi de ce pays, à parler couramment le néerlandais ! Comprenez-moi bien : je suis prêt à discuter de la création d'un véritable espace bilingue, mais je ne crois pas qu'il existe une telle volonté politique du côté francophone.

Aujourd'hui, le fossé entre Flamands et francophones n'a jamais paru aussi profond.

Oui, les différences s'amoncellent, le fossé se creuse. Que reste-t-il en commun ? Le Roi, l'équipe de foot, certaines bières...

Est-ce dramatique ?

Non. La Belgique n'est pas une valeur en soi, ce sont des institutions au service d'une population. Si les institutions n'évoluent pas pour s'adapter aux désirs des citoyens, ce pays n'a pas d'avenir. Je veux être clair : mon parti ne participera pas à un gouvernement, après les élections de 2007, s'il n'y a pas de nouveaux transferts de compétences vers les régions. La nécessité d'avoir un gouvernement fédéral passe au second plan par rapport aux intérêts de la Flandre. Vous savez, des gens ont vécu ici depuis des siècles et des siècles sans être Belges... La Belgique est née d'un accident de l'histoire, il ne faut pas l'oublier.

Bruxelles, ville francophone, est une épine dans le pied de la Flandre.

Elle compte entre 80 et 90 % de non néerlandophones. Mais Bruxelles est à la fois un problème et une opportunité. C'est une ville à vocation internationale qui devrait voir son statut évoluer dans ce sens.

Ecartez-vous la création d'un Bruxelles «district fédéral», sur le modèle de «Washington, D.C.», qui échapperait à l'autorité des Flamands et des Wallons et serait géré par les Bruxellois et les Européens ?

Je n'écarte absolument pas cette idée car c'est une possible solution à l'imbroglio actuel.

Une Flandre indépendante changerait-elle beaucoup la réalité politique actuelle d'une Belgique qui ressemble de plus en plus à une coquille vide ?

Cela changerait très peu de chose, c'est vrai. Mais je ne suis pas séparatiste par principe : je ne vois pas la valeur ajoutée à court terme d'une Flandre indépendante, même si elle pourrait parfaitement se débrouiller seule. Il y a certaines choses que l'on peut encore faire en commun, comme, par exemple, la solidarité interpersonnelle pour les retraites et les malades. Et puis, vous savez, pour divorcer, il faut être deux.

Vooral de zinsnede "Mais apparemment les francophones ne sont pas en état intellectuel d'apprendre le néerlandais" lijkt mij duidelijk genoeg. De krant zelf heeft trouwens in een reactie op de heibel die het artikel veroorzaakte, reeds verklaard dat ze bij haar versie van de woorden van Leterme blijft.
Bovendien bevatten zijn uitspraken nog een aantal historische onwaarheden.
Zo is de Vlaamse realiteit veel jonger dan de Belgische. Al van in de 15e eeuw zijn de Belgische provincies in verschillende constellaties (Bourgondisch, Habsburgs, Oostenrijks, Frans, Nederlands en ook Belgisch) met elkaar verbonden geweest. Vlaanderen, zoals dat in de Vlaams-nationale fantasie bestaat, is slechts een product van de 19e eeuwse romantiek. In die zin is Vlaanderen een veel dubieuzer (we weten tot welk een onwelriekende resultaten de romantiek geleid heeft) "accident de l'histoire" dan België.
Er is ook meer dat Vlamingen en Walen met elkaar verbindt dan voetbal en bier, namelijk de enige stad in ons land die naam waardig. Brussel opgeven betekent de ultieme verkneutering van Vlaanderen. Ik moet er niet aan denken : een provinciestad als Antwerpen of Gent als "hoofdstad van een onafhankelijk Vlaanderen" !
Begrijp me niet verkeerd, lieve lezers, ik heb me zeker niet bekeerd tot het Belgisch nationalisme. Maar evenmin voel ik me aangetrokken tot het Vlaamse. Nationalismen vind ik al even erg dan de romantiek, vandaar. En wanneer ik de arrogante, zelfgenoegzame toon hoor van een steeds groter deel van de Vlamingen, ja dan bekruipt me de drang om op de bres te springen voor dat kleine landje dat ik nog steeds als een bewonderenswaardige poging zie om verschillende taalgemeenschappen onder één dak te houden.
En dat meer historische body heeft...

woensdag, augustus 02, 2006

Clash of civilizations

Niet alleen Israël stelt zo te zien problemen...