donderdag, februari 23, 2006

Xin



Xin

Je mag haar vooral niet wakker maken. Langzaam trek je het laken centimeter voor centimeter omlaag. Nauwlettend hou je elke minuscule verandering in haar ademhaling in het oor. Het valt je nu pas op hoe muzikaal dit patroon wel is. Ook zonder haar stem, ontvleesd van haar woorden, bewerken haar lippen, haar mond en haar longen de lucht die ze in - en uitademt tot een stil lied. Een onderaardse aria die ondanks zijn atonale karakter, onmiskenbaar om zijn eigen harmonisch schema heen kronkelt.
Haar tonen vermengen zich met de wegstervende stem van Maria Callas.

Haar anders zo open blik had zich verstrakt bij het horen van “Isoldes Liebestod”. Jouw woorden had ze niet gehoord. De muziek had haar ergens anders gebracht en daar was geen plaats voor jou. Misschien was in dat gisteren van haar plaats voor niemand. Zij had haar glas wijn bekeken met donkere ogen, alsof ze met die éne oogopslag de bloedrode kleur, de bezonken tannines wou opzuigen. In één grote slok was het glas leeg. Ze likte de laatste spoortjes van haar dunne lippen, zuchtte diep en daarmee was de betovering verbroken. Ze was terug. En om dat duidelijk te maken, had ze jouw hoofd tussen haar fijne handen genomen en waren haar pupillen op zoek gegaan naar de jouwe.

Haar nek, haar schouders, haar rug, het is allemaal onbedekt nu, tot de aanzet van haar bilspleet. De rest van haar lichaam is nog steeds verborgen onder het rode laken. Door een kier in de gordijnen sijpelen de eerste zonnestralen naar binnen. Het licht werpt vloeiende lijnen op haar huid. Alsof die een trillend wateroppervlak is, waaronder haar geheimen zich schuilhouden. Moedervlekjes, veel meer dan je ooit zag, dobberen op het water. Ze hebben de kleur van haar haar, zo zacht donkerbruin als het hout van haar boekenkast. Haar haar ruikt naar exotische kruiden, peper, kaneel en kardemon. Het is het ideale schuiloord voor je neus.

Zo dicht was je nog nooit bij haar. Je kan haar huid, nog warm van een nacht vol vervoering, haast proeven. Zacht zo zacht druk je er je lippen op. Het is eigenlijk geen kus, maar een twijfelende aanraking waardoor de lucht tussen jouw lippen en het dons op haar huid samengeperst wordt tot een balletje ingehouden verlangen. Het balletje stuitert je lichaam in, wordt vloeibaar. Als warme was vloeit het door je aderen, vermengt het zich met je bloed. Je lichaam brandt en een herinnering ontwaakt. Je vlees herinnert zich haar vlees.

Er is weer de verbazing over de soepelheid van haar huid, als die van een kind. De bleekheid ervan, net niet het wit van een besneeuwde bergvlakte uit haar geboorteland.
Zij had je haar lichaam aangeboden.
“Voor de enige schilder die ik ken,” had ze gefluisterd, “hier, neem dit doek. Teken !”
Zo’n mooi bevel krijg je misschien maar één keer in je leven te horen. Toch was je bang het perfecte canvas te verknoeien. Je kent je eigen beperkingen, weet dat ze zullen botsen en kraken op haar perfectie. Zij had je aarzeling gevoeld en haar ogen hadden je, dwingend, tot de orde geroepen : “Teken !”
Je kon niet anders dan gehoorzamen. Liever was je, samen met haar, de hel achter haar netvlies binnengewandeld, maar daar ben je niet welkom.

Je sloot je ogen, haar tong raakte de jouwe, je proefde haar speeksel. Rood. Niet zwart.
De neons van de nachtwinkel aan de overkant floepten aan en tekenden grillige lijnen op het doek dat ze was geworden. Het was kinderspel die te overtrekken. Geholpen door deze kille elektronica was je haar beginnen in te kleuren.

Het vloeibare balletje in je bloed, de zon die steeds warmer haar rug beschijnt, doen nu ook jouw lichaam ontwaken. Aanvankelijk merk je het niet, maar hij dringt zich op, laat zich niet negeren. Je hand glijdt over je buik naar beneden. Ondanks de zon wordt alles donker nu. Wanneer je zaad op haar rug lekt, opent ze haar ogen. Nooit was je zo ver van iemand verwijderd. Lieve Xin.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage