donderdag, maart 02, 2006

Bloemkoolhoofd


Vandaag is het vijftien jaar geleden dat Serge Gainsbourg op een Gitaneswolk de eeuwige jachtvelden binnengleed. 2 maart 1991. Een dag vol zonneschijn, blauw au zénith en een lauw lentebriesje. ’t Was een andere tijd. De Berlijnse Muur was nog maar net gevallen, iemand had de geschiedenis voor afgelopen verklaard, het internet begon zijn eerste schuchtere stapjes te zetten en Sadam moest Koeweit nog binnenvallen.
En ik, ik zat nog op de schoolbanken. Nog geen twintig was ik en mijn dagen bestonden uit middeleeuwse literatuur, the Sugarcubes en het verlangen naar…tja, naar wat eigenlijk ? Toen allemaal razend belangrijk en ontzettend diep. Retroactief misschien eerder een hormonaal onevenwicht. En toen, op die mooie lentedag : het bericht dat hij overleden was. Serge Gainsbourg. Ze draaiden Requiem pour un con om het nieuws kracht bij te zetten. Een paar jaar eerder had ik hem op tv gezien, in een show van de (in Frankrijk onvermijdelijke) Michel Drucker. Gainsbourg had er duidelijk eentje teveel op en wierp de andere genodigde Whitney Houston een “Je veux te baiser” toe. Heerlijke provocatie ! Maar wat er echt toe deed, zijn muziek, zijn teksten, zijn poëzie, ontdekte ik pas na zijn dood.
En wat voor een muziek ! Wat een heerlijke woorden ! Gainsbourg en zijn latere alter ego Gainsbarre (geïntroduceerd in Ecce Homo) waren gevoelig voor de kwetsbaarheid van en door woorden. Kwetsbaarheid was ook een van de belangrijkste thema’s in zijn werk. Vaak gecamoufleerd met de schutskleur van grofheid, brutaliteit en seksuele schunnigheid, maar duidelijk zichtbaar. Spelen deed hij ook met woorden, als om de naaktheid van zijn gevoelens en het verlangen (naar…? daar zijn we weer…) lichter te maken.
Lieve lezer, doe jezelf een plezier en kijk eens verder dan je t’aime…moi non plus. Ga naar je platenboer of bibliotheek en schaf jezelf de heerlijk-tragische Histoire de Melody Nelson aan, het rauwe Rock around the Bunker of de coole Love on the beat of You’re under arrest.
En wanneer je nog eens in Parijs bent, breng een bezoekje aan 5bis rue de Verneuil. Of ga de man met het bloemkoolhoofd even bonjour zeggen op ’t Cimetière de Montparnasse (Baudelaire en Sartre en nog een hele bende beroemde beruchte of al lang vergeten fransozen liggen hier ook te snurken, ’t is maar dat u het weet)
Frankrijk is meer dan l’été indien…
A tantôt,

Manu

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage