dinsdag, april 11, 2006

CPE en de Vlaamse media


Het CPE is afgeschoten. Daarmee valt het doek over het fel besproken jongerenbanenplan waarmee de Franse premier De Villepin de jeugdwerkloosheid wou aanpakken.

De berichtgeving in de Vlaamse media over het Franse studenten – en vakbondsprotest tegen dit CPE was vaak meer dan gekleurd. Dat is ook het goed recht van de pers. Het is zelfs hun plicht als opiniemakers. Alleen hadden zij soms de neiging een aantal elementen die niet ter zake doen mee aan boord van de discussie te hijsen, alleen maar om hun argumenten kracht bij te zetten. Zoals bijvoorbeeld het opiniestuk van Mia Doornaert in De Standaard van woensdag 29 maart.

Naar aanleiding van de nationale staking die de dag voordien grote delen van het Franse publieke leven had verstoord, werd de studenten en vakbonden een verkrampte, ja conservatieve reflex verweten. Zij eisten immers “het behoud van een wereld die in feite niet meer bestaat”. Nu heeft Mia Doornaert overschot van gelijk wanneer zij beweert dat de generatie van de babyboomers in een economisch veel rustiger en veiliger klimaat hun carrière konden opbouwen en zo een levensstijl genieten die beter was dan die van hun eigen ouders. Dat de snelle verschuivingen in onze geglobaliseerde economie en de vergrijzing van Europa deze zekerheden onderuit gehaald hebben, betekent echter niet dat het niet zinvol is om op te komen voor het behoud van een aantal verworvenheden, óók voor de volgende generatie. Wat vaak wordt beschouwd als “het behoud van een wetgeving die uit vervlogen tijden stamt”, is net het fundament van ons systeem van sociale bescherming. We moeten ons immers geen illusies maken, zonder een solide sociale wetgeving, verglijdt de economie snel naar sociale dumping.

Het was overigens niet de gehele CPE die door vakbonden en studentenorganisaties werd verworpen, wel de clausule die bepaalt dat jonge werknemers zonder opgave van reden en zonder opzegtermijn van de ene dag op de andere kunnen afgedankt worden. Zij vroegen zich terecht af of dit afkalven van de werkzekerheid echt voor nieuwe banen kan zorgen, zoals de regering beloofde. Dit was geen nee tegen de Europese grondwet, geen nee tegen het mondialisme, maar een nee tegen een politiek van sociale afbraak.
Dat Frankrijk niet meer de grote mogendheid is die haar wil aan de buitenwereld kan opleggen, beseften de betogers ook. Wat zij wilden was een signaal geven dat niet altijd alles van één kant hoeft te komen. Dat het niet opgaat steeds meer flexibiliteit, loonmatiging en werkonzekerheid van de (jonge) werknemers te eisen, terwijl veel bedrijven de afgelopen jaren recordwinsten maakten, de dividenden van de aandeelhouders in gelijke mate omhooggingen en bedrijfsleiders zichzelf elk jaar aanzienlijke loonsverhogingen toestonden.

Dat drastische ingrepen in de sociale zekerheid vaak een averechts effect kunnen hebben, blijkt uit de balans van Harz IV, de grote en controversiële sociale hervorming die de regering Schröder doorvoerde om de sputterende Duitse economie weer uit het slop te halen. Uit een studie van het Institut für Sozialforschung und Sozialwirtschaft blijkt dat Harz IV enkel geleid heeft tot een reële verarming van het kwetsbaarste deel van de Duitse bevolking, zonder dat er meer banen werden geschapen. Integendeel, de werkzekerheid en de koopkracht van de vooral jonge werknemers is er aanzienlijk op achteruit gegaan. Zoals een spreker op een conferentie rond armoedebestrijding vorige week kernachtig uitdrukte: “Harz IV macht arm”. Zonder in economisch doemdenken te willen vervallen en beseffend dat historisch analogiedenken gevaarlijk is, wijs ik toch nog even op één van de belangrijkste oorzaken van de Grote Depressie van de jaren ’30, namelijk het verlies aan koopkracht van een aanzienlijk deel van de bevolking, ondermeer door een gebrekkig of zelfs onbestaand sociaal vangnet. In een economie die in de eerste plaats een consumptie-economie is, is dit precedent om even bij stil te staan.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage